In the jungle, tmj, the caiman sleeps toniiight - Reisverslag uit Cusco, Peru van Stephanie Heijtel - WaarBenJij.nu In the jungle, tmj, the caiman sleeps toniiight - Reisverslag uit Cusco, Peru van Stephanie Heijtel - WaarBenJij.nu

In the jungle, tmj, the caiman sleeps toniiight

Door: Stephanie Heijtel

Blijf op de hoogte en volg Stephanie

10 Juni 2012 | Peru, Cusco

Belofte maakt schuld, dus het is tijd voor het volgende verslag over mijn laatste weken in la Paz.
Ik was aan het eind van m'n vorige verslag gebleven bij mijn terugkomst in la Paz na de Southwesttour, met een groep mensen die ik op diezelfde tour had ontmoet. Diezelfde groep mensen had het plan om iets te doen waarvan ik er nog steeds niet over uit was of ik daar blij van zou worden of niet: death road.
Even voor alle duidelijkheid, death road, a.k.a. 'worlds most dangerous road' is een inmiddels gesloten autoweg in Bolivia. Dit omdat daar jaarlijks meer dan een gezond aantal auto's over de rand verdwenen. Inmiddels is er voor auto's een vervangende (veiligere) weg aangelegd en wordt deze weg vooral gebruikt door toeristen om over te fietsen. Dat is natuurlijk aan de ene kant heel spannend en tof, maar aan de andere kant, die weg heet niet voor niets DEATH road, dus om daar dan vrijwillig over te gaan fietsen heeft ook wel weer iets gestoords. Ik besloot daar in ieder geval maar even m'n gedachten voor af te sluiten en gewoon met de rest van de groep mee te gaan. Na een heerlijk dagje relaxen in la Paz, stond ik de volgende ochtend vroeg (na een heerlijk ontbijt op de locale markt: gefrituurde kip met gefrituurde aardappel) te koukleumen op de top van de la Cumbre berg, klaar om aan de fietstocht te beginnen!
In het begin was het wel even wennen aan die fiets: ik ben natuurlijk hartstikke gewend om te fietsen, maar zo steil en snel naar beneden door scherpe haarspeldbochten is wel even iets anders dan hobbelen over de tramrails in Amsterdam. Bovendien werd dit stuk van de weg (het begin was nog niet de officiele death road) nog gewoon gebruikt door verkeer. Nou zou ik de Boliviaanse chauffeurs niet direct voor 'meest verantwoordelijke chauffeur van het jaar' nomineren, dus het was een redelijk gefocused ritje. Gelukkig niet gefocused genoeg om niet meer van het schitterende uitzicht op de omringende bergen en de snelheid op de fiets te genieten:).
Na dit stuk asfaltfietsen werden we met een busje naar de officiele death road gebracht. Daar aangekomen hoopte ik dat de gids een grap maakte: die weg was ECHT heel smal, ECHT heel slect en ECHT heel dicht bij de afgrond (die op zijn beurt ECHT heel smal en diep was). Helaas was het geen grap en had ik ook niet heel veel tijd om dit even te verwerken. We moesten op onze fiets en door.
Het begin ging verschrikkelijk. Ik stuiterde alle kanten op, raakte in paniek en stuiterde daardoor nog meer alle kanten op, dus dat werkte voor geen kanten. Ik denk oprecht dat ik zelden zo bang ben geweest als op dat moment boven op die berg aan die weg (en dan houd ik rekening met de fase dat ik Karbonkel onder mijn bed danwel de wc verwachtte) en stond eigenlijk op het punt om de weg maar de weg te laten en in het busje verder te gaan, omdat ik er echt nul plezier in had. Ik besloot het nog heel even aan te kijken en het gewoon voorzichtig te proberen en dat bleek - vraag me niet waarom - te helpen! Ik kreeg steeds wat meer vertrouwen in mezelf en de fiets, begon voorzichtig sneller te gaan (waardoor het gelijk natuurlijk veel makkelijker gaat) en voor ik het in de gaten had had ik de groep weer enigszins ingehaald, zoefde ik daadwerkelijk met plezier door de 'corners of death' en wilde ik juist zoveel mogelijk over de weg bumpen! Want een bumpy ride was het sowieso, aan het einde van de dag hadden we allemaal enorme pijn in onze armen van de kuilen, rotsen en hobbels, maar dat gaf niet: we hadden echt het (geweldige) gevoel death road 'verslagen' te hebben en bovendien waren we inmiddels met bier en chille muziek aan een zwembad in de jungle beland. Die variatie in landschap is wel echt typisch voor Bolivia: 's ochtends tussen de besneeuwde bergtoppen, een halve dag later in de stomende, tropische hitte!
Na deze dag splitste onze groep op: een deel had al vliegtickets om de volgende dag naar de jungle te gaan en 'mijn deel' moest nog een paar dagen wachten. Op zich geen probleem, want er was nog genoeg in en om la Paz om te ontdekken en te verdwalen. Het dieptepunt wat dat laatste betreft was op de Mercado Negro. Daar hebben ze alles (en dan vooral heel veel gefrituurde kip), behalve avocado's. Het lastige hier is ook dat de straten totaal niet georganiseerd zijn zoals ik dat thuis ben gewend, maar onlogisch door elkaar krioelen en nooit op de straat uitkomen zoals ik dat verwacht. Actie 'we zijn net rechts en daarna links gegaan dus als we zo snel mogelijk links gaan komen we weer op dezelfde straat terecht' werkt hier dus voor geen kanten. Maar dan leer je wel weer een extra stukje Bolivia kennen waar je anders niet was gekomen. Hoogtepunten wat ontdekken betreft waren Charanga (klein gitaartje) lessen van een Aziatische Boliviaan in een klein winkeltje en een bezoekje aan 'El Alto'. Dat is officieel een buitenwijk van la Paz, maar enorm in grootte en inwonersaantal (waarschijnlijk groter dan de gemiddelde Nederlandse stad), dus eigenlijk gewoon een andere stad. Ik had er bij mijn gastgezin tijdens mijn vrijwilligerswerk veel over gelezen, omdat vanuit deze stad veel opstanden zijn georganiseerd, dus het was superinteressent om het nu in het echt te zien. Ook leuk dat we hier echt de enige toeristen waren: de stoffige markt waar we hier op waren beland was veel meer een stukje authentiek Bolivia dan we tot nu toe in de centrums van grote steden hadden gezien!

Na deze dagen hectisch stadsleven was het tijd voor een totale verandering van omgeving. Op een belachlijk vroeg tijdstrip drillden we onszelf onze bedden uit om naar de militaire luchthaven te gaan en vanuit daar naar Rurrenabaque in het Amazonegebied (!!!) te vliegen. Helaas mochten we maar een beperkt aantal kilo's bagage mee en had mijn tactiek 'twee legging, een spijkerbroek, twee shirts, drie vesten, een dubbele jas, m'n bergschoenen en m'n beenwarmers allemaal aan' onvoldoende geholpen en moest ik alsnog een boete betalen. Ik balen tot ik het astronomische bedrag hoorde: 6 Bolivianos. Dat is iets minder dan een euro. Het was dus niet heel nodig om als een Michellin-mannetje in de supervochtige en warme junglelucht te arriveren, maar dat was niet erg: na al die koude bergnachten was elk beetje warmte meer dan welkom! De eerste dag daar hebben we dus vooral genietend daarvan in hangmatten doorgebracht. En tours gezocht. Vanuit Rurrenabaque worden twee populaire soorten tours georganiseerd: jungle en pampas. Deze schenen allebei heel verschillend te zijn. We zouden pas over 6 dagen weer terugvliegen en waren dus blij te ontdekken dat we de tijd hadden om deze twee tours naast elkaar te doen, te beginnen met de pampas.
In het promotieuitlegfoldertje van het tourbedrijf stond de eerste dag van de pampastour omschreven als 'getting there is half the fun'. Dat was niet gelogen: al vrij snel wachtte ons onderweg het eerste obstakel bij de tankstop voor de jeep. Ik weet niet of alle oliereserves er in de omgeving er voor een lange tijd hadden uitgelegen, of dat het gewoon de wekelijkse kom-laten-we-gezellig-met-het-hele-dorpje-olie-halen-dag was, maar werkelijk het hele nabijgelegen dorpje stond voor ons in de rij. Niet met een kleine jerrycan, maar met hele (lege) olievaten. Tel hier en daar een verdwaalde truck met een heel aantal van zulke vaten bij op en je hebt een laaaange wachtrij. Het was even wat geduld, maar uiteindelijk konden we met een gevulde tank en goed moed weer verder. Helaas niet voor heel lang. We hadden de geasfalteerde weg inmiddels verlaten en waren op een zandweg gekomen. Tenminste, ik vermoed dat het ooit een zandweg was geweest. De week voor onze aankomst had het heel veel geregend en dus was de weg ondertussen veranderd in een enorme modderpoel, waarin de truck die de weg begaanbaar moest maken vast kwam te zitten, waarin een kilometers lange file van bussen stond die daar al enkele dagen stonden en waar wij uiteindelijk na een heleboel gewroet, modderspetters, door elkaar geschud, en een bijna-over-de-kop-in-de-auto-ervaring op een wonderbaarlijke manier doorheen zijn gekomen. Wederom a bumpy ride.
De rest van de rit was via boot, dus minder niet-regen-afhankelijk. Onderweg door de amazonerivier kwamen we onderweg ons eerste wildlife hier tegen. Langs schildpadden, kleine aapjes, heel veel verschillende soorten mooie vogels en af en toe, als je toevallig in de goede richting keek en geluk had, een pink river dolphin, kwamen we uiteindelijk bij onze accomodatie voor de komende twee nachten aan: een aantal houten hutjes, op palen boven het water en met elkaar verbonden door smalle, steile en ietwat gammele uitziende bruggetjes. De gids waarschuwde ons nog even dat we daar vooral niet van af moesten vallen. In het water zaten namelijk hongerige krokodillen...
Diezelfde krokodillen gingen we 's avonds zoeken. Gewapend met zaklampen vaarden we zo stil mogelijk door de nacht over het donkere water. Heel vet! Wie ooit naast mij in een omhoogtakelende achtbaan heeft gezeten kan zich zo'n beetje indenken hoe ik daar helemaal opgewonden in die boot zat:). Uiteindelijk bleken helaas de meeste Caimannen tonight inderdaad te sleepen en zagen we 'maar' twee kleine krokodillen, maar dat was prima. De rit zelf door de jungle in de nacht, inclusief alle bijbehorende geluiden en af en toe een vanuit het water opvliegende vogel waar je toevallig met je zaklamp op schijnt, maakte dit echt tot een hoogtepunt van deze tour!
De volgende ochtend hadden we al meer geluk: twee volwassen krokodillen (gedoopt Antonio en Pepe) onder ons kamp, wachtend op iemand die van een bruggetje zou afdonderen. Helaas voor hen, gelukkig voor ons, zat dat er niet in en konden wij veilig vertrekken naar een eiland in de rivier waar anaconda's zouden zitten. Nou ben ik geen enorme fan van slangen en was dit onderdeel niet het deel waar ik het meeste naar uitkeek (als wij slangen zoeken, prima, zolang de slang ons maar niet eerder vindt dan wij hem), maar al snel bleek (stiekem toch wel heel jammer) dat we hier niet in het beste seizoen voor waren en dat het er niet in zou zitten. Het leek er even op dat de gids er een gevonden had toen hij ons enthousiast gebaarde hem te volgen, maar dat was helaas vals alarm. Het leverde wel zeiknatte voeten op, want helaas bleek ik de lekke laarzen toegewezen te hebben gekregen:).
Deze dag stond sowieso in het teken van 'gevaarlijke beesten zoeken': 's middags vertrokken we weer voor een boottochtje, dit keer om naar piranha's te vissen. Ook zij lieten zich helaas minder snel zien dan op andere dagen (of wij waren gewoon waardeloze vissers), want uiteindelijk hadden we er twee beet (en dat was waarschijnlijk meer geluk dan kunde). Hoe dan ook, had het wel iets heel vets om in een amazonerivier met alleen een haakje aan een klein touwtje naar deze beesten te vissen.
De laatste dag sloten we af met een ander hoogtepunt: zwemmen in de amazonerivier met de pink river dolphins. Na de afgelopen twee dagen caimans en piranha's te hebben gezien, leek het wel een idioot idee om vervolgens in datzelfde water te springen, maar met die dolfijnen in de buurt zou dat in principe veilig moeten zijn: zij zouden de piranha's opeten en de krokodillen wegpoken met een staaf op hun rug en ons dus beschermen. Alsnog leek me een poke in je buik opzich een prima trade off voor een vers stukje mensenvlees, maar daar zo min mogelijk aan denkend in het water gesprongen. En dat bleef inderdaad gewoon goed gaan. Het enige wat af en toe achter je opdook was een dolfijn en dat was echt superleuk, want ze kwamen dichtbij genoeg om ze te kunnen aaien. We probeerden ze achterna te zwemmen, maar dat was echt mission impossible, want die dolfijnen zijn supersnel en onnavolgbaar. Een kwestie van afwachten en geluk hebben dus.
Hierna keerden we alweer terug naar de enigszins bewoonde wereld. De weg was inmiddels opgedroogd en leeggeruimd, dus dat ging soepeler dan verwacht! Voor we de volgende dag aan ons jungletour avontuur konden beginnen wachtte ons in Rurrenabaque echter nog een ander klein avontuur. We hadden voor deze nacht geen hostel geboekt en bleken daardoor gedoemd tot het slechtste hostel aller tijden. In eerste instantie leek het nog best prima. Klein en gammel, maar met eigen badkamer. Het was alleen jammer dat onze badkamer geen deur of drempel had (en recht naast een van de bedden was) en dat we dus niet van de douche gebruik konden maken: dan stond binnen no time de kamer blank. De openbare doucheruimte was ook niet ideaal want die lag midden in het gebouw en had een deur die niet dicht kon. De wc in onze badkamer trok niet door, de ramen hadden geen glas, gaas of wat dan ook, de bedden hadden geen lakens en midden in de nacht vond de hosteleigenaar het normaal om schreeuwend een conversatie te houden met onze buurman. Iets minder uitgeslapen dan we gehoopt hadden, maar een ervaring rijker, begonnen we de volgende dat aan onze jungle tour.
Wat een superervaring was dat zeg! De pampas was natuurlijk al heel gaaf, met alles wat we daar gezien en gedaan hadden, maar haalde het hierbij van geen kanten!
'S ochtends vertrokken we wederom met de boot, eerst nog even langs een check point waar we onze gehele bagage moesten aangeven (letterlijk elke pen, elk pakje kaarten en elke sok) en daarna naar een klein strandje vanwaar we door de jungle naar een open plek met daarin onze accomodatie hiketen. Na een snelle lunch gingen we, gelukkig dit keer zonder die tassen, opnieuw voor een hike de open plek uit en de dichtbegroeide bossen van de jungle in. In no time zaten we volledig in een wildernis. Opzich niet de eerste plek waarin je iemand zou plaatsen die in een tuincentrum stiekem al bang is met een vergeten slang uit een of andere tropische boom geconfronteerd te worden, maar deze plek was zo indrukwekkend dat ik dat al snel vergat en me helemaal op me gemak voelde terwijl ik door de modder ploegde, over brugboomstammetjes balanceerde, door apen met vruchten bekogeld werd en mezelf een weg door planten probeerden te banen. We hadden hier ook een super goede gids die ons bij elke willekeurige boom wel iets over diens medicinale werking wist te vertellen. Voor we het wisten begon de schemer al in te vallen en zaten we midden in de jungle. Dat was ook de bedoeling, want het terugtochtgedeelte van de hike zou in het donker zijn. Terwijl we aan het wachten waren tot het donker voldoende was ingevallen, hoorden we ineens een soort geschreeuw waarvan ik dacht dat het een stel apen was. Fout. Dat was dus een slang, supergiftig en aggresief en 20 meter links van ons vandaan. In plaats van bang te worden vond ik het nu alleen maar supervet dat ik een slang had gehoord en dat slangen dus uberhaupt een geluid konden maken waarvan ik nooit had gedacht dat ze er in staat toe hadden kunnen zijn!
Op de hike door het pikkedonker terug kwamen we helaas niks tegen. Gaf niks, want ook dit was op zich al een geniale ervaring. Veel eerder dan ik eigenlijk gehoopt had kwamen we terug in het kamp. En daar wachtte ons een verrassing. In een van de bomen zat een tarantula verstopt! Gelukkig voor ons (want heel giftig) sliep hij nog en konden we hem dus rustig bekijken.
De nacht zelf in die jungle was ook ontzettend mooi. Het was een hele verbetering om dit keer een immense sterrenhemel in de warme lucht te kunnen bekijken, de nachtgeluiden waren supermooi, net als de zonsopgang waarmee we wakker werden. Dit keer helemaal uitgerust konden we 's ochtends dus weer aan een volgende hike door een ander deel van de jungle beginnen. Blijkbaar was dit min of meer de seksdag van de tour. De gids wees ons als eerste een boom met piemelvormige uitsteeksels aan, daarna een viagraboom, een anticonceptieboom en ten slotte een abortusboom. Daarna was er toch nog wel wat afwisseling: we konden nootachtig water uit het sap van de ene boom drinken en het sap van een andere boom dat werkt om wonden te helen smeerde ik enthousiast op een wondje. Tot ik me herrinnerde dat dat sap van hetzelfde mes kwam waarop de gids een aantal minuten daarvoor nog supergiftig sap uit een andere boom had laten zien. Snel maar weer eraf geveegd dus!
Ook in het lopen zelf zat hier wat afwisseling: dit keer waren het niet alleen modderpoelen en boombruggetjes, maar kwamen we halverwege ook een superlange liaan tegen waarmee we over een rivier konden slingeren:D! En we hadden dit keer wat meer geluk met wildlife: spidermonkeys, een nestje babytarantula's, een verse pootafdruk van een jaguar (ok, de jaguar zelf hebben we niet gezien, maar toch) en een aantal papegaaien op een nabij eiland waar we een tweede korte hike deden. Grappig: dit eiland lag op nog geen 5 minuten van 'onze' jungle, maar was toch al een heel ander gebied: veel donkerder, dichtbegroeider en 'aarderiger'!
Toen zat het er voor ons gevoel helaas alweer veel te snel op en moesten we met de boot terug naar Rurrenabaque. Jammer, want we hadden graag nog langer in dat Parque Nacional gebleven, maar tegelijkertijd waren we allemaal heel blij dat we dit uberhaupt hadden kunnen doen!

Onze vlucht terug naar la Paz had helaas een halve dag vertraging. Dit vooral ter frustratie van de mensen waarmee ik reisde, want zij moesten al een paar dagen later al in Cusco zijn omdat ze daar een Inca hike hadden geboekt. Ons plan was om 's ochtends bij aankomst in la Paz meteen door te gaan naar Lake Titicaca en dan de volgende ochtend voor een dagje naar het nabijgelegen Isla del Sol te gaan. Nu kwamen we pas 's avonds in la Paz aan en was er geen mogelijkheid meer om nog diezelfde dag in Copacabana (het stadje bij Lake Titicaca) aan te komen en moesten we dus opnieuw een nachtje in la Paz te blijven. Hoewel dat niet echt de logische volgorde zou zijn, en we daar nog maar een halve dag samen zouden kunnen zijn, besloot ik de volgende ochtend met mijn reisgezelschap naar Copacabana mee te gaan, daar langer te blijven, dan terug te gaan naar la Paz en daarna in een keer door naar Peru. Op zich kwam me dat eigenlijk wel goed uit: 2 Juni zou er een festival zijn in la Paz dat ik heel graag wilde meemaken, maar als ik daarna nog via Lake Titicaca (even for the record, dat ligt midden op de route) moest reizen, zou ik niet meer genoeg tijd over hebben voor Peru. Prima oplossing om dat om te gooien dus.
Onze laatste dag samen was supergezellig aan het strand, met verse vis en witte wijn, maar het was wel een heel raar gevoel om daarna zo snel afscheid te moeten nemen. Van ruim anderhalve week samen reizen leer je elkaar toch supergoed kennen en bouw je ook heel snel een band op. Het was dus weer even onwennig om weer alleen achter te blijven, maar gelukkig was hier genoeg te doen!
Copacabana zelf is opzich een heel klein stadje, maar heeft zon en strand en is dus sowieso een fijne plek om even te chillen. Daarnaast waren hier ook weer een aantal uitzichtspunten en incaruines om te bezoeken. Telkens een kleine klim (helemaal omdat ik traditioneel verdwaal in de zoektocht naar het begin van een hike en dus elke keer falikant de verkeerde berg begin te beklimmen), maar prima training voor mijn hike straks naar Machu Picchu en het Isla del Sol de volgende dag!
Tijdens de boottocht naar dit eiland in het meer zat ik helaas in een boot met vieze stofraampjes en had ik dus niet echt uitzicht om onderweg naar te kijken. Omdat ik een chronisch overschot aan foto's op m'n camera heb en een even chronisch tekort aan ruimte voor nieuwe foto's, besloot ik dat dit de perfecte tijd was om wat foto's te wissen. Dat zat er helaas niet in: batterij zat nog in de oplader, en m'n oplader zat nog in m'n grote backpack opgeslagen in het hostel. Shit. En dat terwijl ik gehoord had dat het Isla del Sol een van de mooiste plekjes Bolivia is...
Daar aangekomen bleek dat zeker niet overdreven te zijn. Het eiland zelf deed z'n legende, als geboorteplaats van de zon, zeker eer aan: het was zonnig en had iets mediterraans. Bovendien was het, hoewel toeristisch, heel stil. En groot en mooi. Super om over te hiken, met aan de ene kant het water, aan de andere kant dit landschap in, daar heb je ze weer, bergen en af en toe aan een willekeurige zijkant een Incaruine of -overblijfsel. Lastig om zo'n landschap waar je een dag lang doorheen ploetert te beschrijven. Daar zijn foto's dus beter voor. Gelukkig werd dat probleem opgelost toen ik halverwege de hike een groep mensen tegenkwam waarmee ik voor de rest van de tijd verderliep en wiens foto's ik nu kan krijgen.
Nu ik wat meer tijd voor dit eiland had, kon ik er ook voor de nacht blijven. Daar was ik echt heel blij mee, want hier kon ik - met zonsondergang - aan een klif aan de rand van het meer eten met eersteklas uitzicht en in een kingsize bed op eenzelfde plek slapen voor belachelijk lage Boliviaanse prijzen. Dat Worst Hostel Ever was dus ook weer even goed gecompenseerd.
De volgende dag hadden we nog de hele ochtend op het Isla del Sol voor we de boot terug naar Copacabana zouden nemen. Het plan was om naar de Oostkant van het eiland te lopen. Daar zouden mooie stranden zijn. Dat hebben we helaas nooit gehaald, vanwege een 'shortcut' die we in waren geslagen. Daardoor wel weer hele verlaten delen van het eiland gezien en van het uitzicht genoten op plaatsen waar niemand anders was. Het was wel een heel raar idee. Dit meer ligt op meer dan 3000 meter boven zeeniveau, maar omdat je op het water neerkijkt heb je het idee dat je maar op 50 meter o.i.d. moet zitten...

Eenmaal weer terug in la Paz stonden er voor mij nog twee must-do activiteiten op het programma. Ten eerste: shoppen. La Paz is daar echt geweldig voor, en aangezien ik nog maar een paar dagen in het relatief supergoedkope Bolivia zou zijn, was dit de perfecte timing voor een uitgebreide souvenirsearch. Ten tweede: hiken. De stad wordt omringd door een aantal fantastische en fantastisch hoge bergen. Een meerdaagse hike was gezien mijn Peru plannen gelet op de financien een beetje te veel van het goede, dus had ik uiteindelijk gekozen voor de 'Chacaltaya hike'. Dat is een hike waarmee je een bergtop op meer dan 5000 meter beklimt. Ik had gehoord dat dat heel erg de moeite waard was en had er dus heel erg zin in. Om goed fit te zijn ging ik de avond ervoor vroeg naar bed en...werd ik de volgende dag wakker met een voedselvergiftiging waar je U tegen zegt. Natuurlijk zat dat er na vier maanden reizen in Zuid-Amerika wel een keertje in, maar het was gewoon echt heel balen dat het juist op deze dag van die bergklimtocht was. En dat ik het van een kipsalade in de hostelbar had gekregen. Als het nou was omdat ik weer eens op een of andere markt had gegeten of m'n handen niet had schoongemaakt zou het tenminste m'n eigen schuld zijn geweest. Nu was het gewoon dikke pech.
Die tours kan je helaas niet meer verzetten, dus gewoon met voedselvergiftiging en al de deur uitgegaan. De autorit naar die berg toe was een groot drama, dus toen ik eenmaal - al op flinke hoogte - kon uitstappen, wilde ik niets liever dan zo veel mogelijk frisse lucht inademen. Helaas ging ook dat vanwege de hoogte niet al te makkelijk. Die klim was dus best wel pittig, sowieso omdat ik me behoorlijk shittie voelde, maar ook omdat je op die hoogte na elke drie stappen die je zet helemaal uitgeput wanhopig naar adem loopt te happen. Echt belachelijk wat dat met je conditie doet. Gelukkig waren er genoeg enorme sneeuwtoppen, meren in supermooie kleuren en was er la Paz in de verte om vaak van 'het uitzicht te genieten' (a.k.a. een excuus te hebben om even stil te kunnen staan). Het was oprecht ook wel ontzettend mooi en weids.
Uiteindelijk bereikte ik voetje voor voetje, volledig verbaasd omdat ik het gehaald had, beide toppen op de berg. En dat was elk voetje voor voetje waard geweest, want echt heel hoog en mooi. Moe, maar voldaan zat ik daarna dus opnieuw in de auto. Op weg naar de tweede bestemming voor die dag (wederom een verschrikkelijke rit), Valle de la Luna. Ik had deze tour eigenlijk alleen geboekt voor de Chacaltayaberg, dus verwachtte hier niet zoveel van (sterker nog, ik had geen idee wat deze valle voor een soort valle zou zijn), maar het was een aangename verrassing. Het was eigenlijk net of ik voor een uurtje terug was in Tupiza: midden tussen de rode puntige rotsformaties. Opnieuw zoiets: 's ochtends ben je nog op een besneeuwde bergtop en op dat moment in de zon tussen rotsen en cactussen. Hemelsbreed superdicht bij elkaar.

Na nog een paar dagen uitgeziekt te zijn voelde ik me gelukkig, want ik was er speciaal voor in Bolivia gebleven, op 2 Juni op het festival 'el Gran Poder' weer even voor een dagje beter. Ik had gelezen dat dit een van de grootste festivals in het land was en dat was zeker niet overdreven. Het leek alsof heel Bolivia meedeed aan die parade: van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat trokken er dansende mensen in superuitgebreide, kleurrijke en mooie kostuums door de straten voorbij. Gevolgd door mannen in net-niet-kostuum met trompetten en andere blaas- en slaginstrumenten. Maar vooral trompetten. Het leuke was ook dat als je klaar was met langs de kant zitten en kijken, je gewoon met de pararde mee kon lopen. Geen beveiligingsman die je daar dan weer boos tussenuit plukte.

Echt een leuke afsluiting van Bolivia en la Paz. Een geweldig land met veel variatie en een superlevendige stad, maar na 10 (!!!) weken Bolivia en verschillende keren la Paz (ik kende al die winkels van de afgelopen dagen inmiddels ook wel uit m'n hoofd, evenals het 'entra no mas, que estas buscando?, Pregunta no mas, Hay muchas cosas - jaaa dat zie ik - riedeltje dat standaard bij het passeren van elke winkel werd afgespeeld) was ik ook wel weer toe aan een volgend deel.

Peru!

Liefs, Stephanie

  • 10 Juni 2012 - 09:17

    Bep:

    Jeetje Stephanie ik zit in heel tuttig in een vakantiehuis in Frankrijk terwijl jij heel wat spannende avonturen beleeft die weg in Bolivia heb ik wel eens op foto,s gezien dat je dat gedurfd hebt .
    Nog veel plezier groetjes herman en bep

  • 10 Juni 2012 - 09:41

    Nike:

    Hee lieve pluk,
    Topverhaal weer! En de ideale afleiding, aangezien ik in Italiaanse isolatie zit ivm tentamens. Beetje jammer ook dat het hier gisteren zo hard regende en het dak blijkbaar lekt, waardoor het net leek alsof ik 3/4 van mn bed onder de douche had geschoven. Heb dus heerlijk opgerold op het voeteneind geslapen, hmmm.
    Zin je weer te zien over een paar weken!

  • 10 Juni 2012 - 11:14

    Suurbek!:

    Heijteltje! Wat een verhaal man, supervet :) Ik zit braaf in de studiezaal te soggen (lees: alle verhalen van mensen op reis aan het lezen, en ja het zijn er best veel haha!). Geniet een heul klein beetje mee zo :) zie je over een paar weken! xx

  • 10 Juni 2012 - 21:42

    Fleur:

    Steef!! Bikkel! Echt super tof wat je allemaal doet!! Veel plezier in Peru, t is voor mij een van de tofste landen waar ik ooit geweest ben! Laat maar weten als je binnenkort weer wilt skypen! Liefde <3

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Peru, Cusco

Stephanie

Actief sinds 10 Feb. 2012
Verslag gelezen: 246
Totaal aantal bezoekers 6663

Voorgaande reizen:

11 Februari 2012 - 28 Juni 2012

reizen door Zuid-Amerika

Landen bezocht: